Placebo en nocebo: hoe verwachtingen gezondheidseffecten opleveren
Woensdag 7 oktober 2020 om 10:37
Een placebo is een geneesmiddel dat de werkzame stof mist. Logischerwijs zou zo’n medicijn dus niet moeten werken. Maar toch heeft het middel in veel gevallen een positief effect op gezondheidsklachten. Rara, hoe kan dat? Hoe het placebo-effect exact werkt is nog niet bekend. Dat het werkt is wél zeker!
Het hoeft trouwens niet altijd om een geneesmiddel te gaan. Placebo-effecten komen ook voor bij operaties en andere behandelingen of therapieën.

Hoe ontstaat het placebo-effect?
De werking van een placebo heeft te maken met de verwachtingen en het vertrouwen dat een patiënt heeft in een positieve uitkomst. Verwacht je dat een bepaald middel, therapie of operatie jouw pijn vermindert, je prestatie bevordert of je klachten laat afnemen, dan werkt het vaak ook. Het is dus aan de ene kant een psychologisch effect. Maar uit onderzoek blijkt dat er ook echt lichamelijke veranderingen optreden. Ook in de hersenen is veranderde activiteit meetbaar als gevolg van het placebo-effect.
Het placebo-effect en wetenschappelijk onderzoek
Hoe weet je nu of een medicijn, therapie of operatie echt werkt en wanneer het om een placebo-effect gaat? Om deze vraag te beantwoorden moet elk nieuw medicijn uitgebreid wetenschappelijk onderzocht worden voordat het op de markt komt. De onderzoekers maken dan twee groepen met proefpersonen. De ene groep krijgt het nieuwe medicijn met de werkzame bestanddelen. De andere groep dient als controle en krijgt ook een ‘medicijn’, maar dan zonder de werkzame stof. Zolang dit maar precies lijkt op het echte middel.
Om de uitkomst van het onderzoek niet te beïnvloeden, weten de onderzoekers en de proefpersonen allebei niet welke behandeling zij krijgen. Dit heet een dubbelblind onderzoek. Bij het testen van een pil of injectie is het relatief eenvoudig om een controlegroep te onderzoeken. Maar wil je het placebo-effect van bijvoorbeeld een fysiotherapeutische behandeling of training meten, dan is dat vaak een stuk lastiger. Patiënten hebben in dat geval vaak wel in de gaten of ze de ‘echte’ of de ‘nep’ behandeling krijgen.
Na de toediening kijken de onderzoekers naar de effecten die het medicijn op de klachten heeft. Dit gebeurt vaak op meerdere tijdsmomenten. Op die manier krijgen zij inzicht in de effecten op de korte en lange termijn. Werkt het ‘echte’ medicijn veel beter dan de placebo en is het veilig, dan is het een goed medicijn. We spreken dan van medicinale werkzaamheid. Werkt de placebo (bijna) net zo goed als het ‘echte’ geneesmiddel, dan is er wat anders aan de hand. De zogenoemde werkzame stof werkt dan toch niet zo goed als gedacht.
Het nocebo-effect
Waar het placebo-effect een positieve uitwerking op de gezondheid heeft, brengt een medicijn of behandeling bij het nocebo-effect juist meer klachten of negatieve bijwerkingen met zich mee.
Bij het nocebo-effect verwacht een patiënt dat een medicijn of therapie niet goed zal werken. Die gedachte alleen kan er dan al voor zorgen dat een bepaald middel minder goed werkt. Of erger nog, de klachten nemen juist toe! Daarnaast zorgen negatieve verwachten voor meer angst en aandacht voor het lichaam. Hierdoor vallen lichamelijk klachten vaker en eerder op.
Welke factoren zijn van invloed op de sterkte van het placebo-effect?
Placebo- en nocebo-effecten zijn onvermijdelijk en komen bij iedereen voor. De grootte en richting van het effect is te sturen, zowel in positieve als negatieve richting. Dit gebeurt bewust of onbewust op de volgende manieren:
- De hoeveelheid pillen. Meerdere pillen werken beter dan één pil.
- De kleur van de pil. Blauwe pillen werken kalmerend, rode juist stimulerend.
- Alles wat gebeurt rondom het geven van de placebo, wat wordt verteld en gedaan?
- Hoe positief of negatief is de verstrekker van het middel of therapie zelf?
- Duurdere behandelingen werken beter dan goedkopere.
- Een bekend merknaam werkt positief.
- Wisselen van medicijnmerk of behandelaar.
- De hoeveelheid tijd die de behandelaar neemt om de effecten van het middel uit te leggen.
- De manier van toedienen. Zo werkt een injectie beter dan een pil.
- Het lezen van de bijsluiter zorgt vaker voor meer bijwerkingen.
- Ervaringen van anderen.
- De mate van vertrouwen in de behandelaar.
Hoe groot is het placebo-effect?
Er is onderzoek gedaan naar de grootte van het placebo-effect. Hieruit blijkt dat, gemiddeld genomen, zo’n 33% van het effect dat een medicijn of behandeling heeft toe te schrijven is aan het placebo-effect. Hoe groot het effect bij een individu is verschilt van persoon tot persoon en is onder meer afhankelijk van de hierboven genoemde factoren. Maar het is dus altijd beter om een positieve instelling te hebben ten opzichte van de medicatie of behandeling. De kans is dan namelijk het grootst dat de klachten verminderen of verdwijnen.
Deel dit artikel:
Meer lezen?
